barkfool.pages.dev
Hoe typ ik é
Zorgambulance vacature noord holland
Motivatiebrief voorbeeld stage buitenland
Hoeveel verdienen kraanoperators in florida
Verleden tijd sluiten sloot
onbepaalde wijs.
1
tegenwoordig (o.t.t.).
2
verleden (o.v.t.).
3
toekomend (o.t.t.t.).
4
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`. Voltooid deelwoord gesloten Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik sluit jij sluit hij sluit wij sluiten jullie sluiten zij sluiten Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) ik heb gesloten jij hebt gesloten hij heeft gesloten wij hebben gesloten jullie hebben gesloten.
5
Verleden tijd van sluiten Ik sloot Jij/U sloot Hij/Zij/Het sloot Wij sloten Jullie sloten Zij sloten Voltooid deelwoord van sluiten gesloten Tegenwoordig deelwoord van sluiten sluitend Betekenis van sluiten Synoniemen van sluiten Spreekwoorden met sluiten Werkwoorden vervoegen.
6
vervoeging van de bedrijvende vorm van sluiten; onbepaalde wijs kort lang onvoltooid tegenwoordig sluiten te sluiten toekomend zullen sluiten te zullen sluiten voltooid tegenwoordig hebben gesloten: te hebben gesloten: toekomend gesloten zullen hebben gesloten te zullen hebben onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende.
7
werkw. 1) zorgen dat iets gesloten is 2) (een overeenkomst) officieel maken Voorbeelden: `een contract sluiten`, `een huwelijk sluiten` 3) een vergadering sluiten (een vergadering laten ophouden/beëindigen) © Kernerman Dictionaries. Synoniemen.
8
Alle vervoegingen van het werkwoord sluiten. imperfectum - verleden tijd past tense. ik jij, je u hij zij, ze het men: sloot; zij, ze wij, we jullie: sloten;.
9
sloot: mv. verouderd sloot: slote: aantonende wijs enkelvoud meervoud onvoltooid eerste tweede derde verleden: had gesloot: had gesloot: had gesloot: hadt gesloot. verleden tijd sluiten aan
10
steken vervoegen
12